geschiedenislesje

Het maken van gingerbread houses gaat al ver terug. Al in 1800 maakten ze in Duitsland huisjes van zogenaamde “lebkuchen” (een beetje een mix tussen taaitaai en speculaas), terwijl het maken van figuren van gingerbread of het maken van deegwaren met gember al veel verder terug voert. Als iets al zo veel generaties mee gaat, kan het niet anders dan lekker zijn, toch?

De meningen verschillen over de herkomst van het gebruik. Een theorie is dat de bakkers geïnspireerd raakten door het sprookje “Hänsel und Gretel” (Hans en Grietje) van de gebroeders Grimm, waarin de boze heks woont in huisje van koek en snoep. Anderen denken dat juist de gebroeders Grimm hun inspiratie haalden uit de beginnende traditie om gingerbread houses te maken. Beetje een kip of het ei verhaal, maar daarom niet minder interessant!

De koekjes uit ons recept zijn niet zacht, zoals bij lebkuchen, maar lekker knapperig. Je kunt zelf kiezen wat voor kruiden je er aan toevoegt; voor het gemak zijn wij gegaan voor koek- en speculaaskruiden.

download de template

We hebben een gratis sjabloon voor je beschikbaar gesteld. Download hem hier, print hem uit en knip de verschillende onderdelen uit.

 

aan de slag

stap 1

Rol het deeg uit tot een langwerpige plak van ongeveer 3 mm dik en plaats deze op een bakpapiertje of herbruikbare bakmat.

 

stap 2

Leg alle onderdelen van het sjabloon op de plak en snij de vormpjes uit, verwijder hierbij niet de randen (het “restdeeg”). Deze zorgen ervoor dat de uitgesneden onderdelen netjes hun vorm behouden tijdens het bakken. Eventueel kun je op dit punt met uitsteekvormpjes ook raampjes en deuren uitsteken. Uit de randen kun je nog leuke vormpjes snijden, zoals sterretjes of hartjes, waarmee je later het huisje kunt versieren, of om lekker van te snoepen tijdens het opbouwen van je huisje.

 

stap 3

Bakken maar! Verwarm de oven voor op 180°C (heteluchtoven 160°C). Leg de plak op een bakplaat en bak het geheel 12 tot 15 minuten in de oven.

 

stap 4

Als de koek net uit de oven is, snij dan met een mesje nogmaals de vormen uit. De koek is nu nog een beetje zacht, zodat je er makkelijk doorheen zou moeten kunnen komen. Als je dit te laat doet, is de koek hard geworden en kan het zijn dat hij breekt als je de randjes gaat snijden. Laat hierna het geheel afkoelen.

 

stap 5

Haal de vormen voorzichtig los van de randen en doe ze tijdelijk in een afgesloten bakje om ze lekker vers en knapperig te houden. Je hebt natuurlijk ook een hoop gebakken “rand” over. Onze tip: breek het in stukken en doop ze in (getemperde) chocolade, voor heerlijke koekjes bij de koffie!

 

icing

Nog nooit met icing gewerkt? We raden aan om dan eerst even op wat reststukjes te oefenen.

Icing kun je aanmaken in verschillende diktes en op verschillende manieren toepassen. Als je het hele koekje een laagje icing wilt geven is het het makkelijkste om de icing vrij dun aan te maken, op een bord te gieten en daar de koekvormen in dopen met de voorkant. Maar je kunt de icing ook iets dikker aanmaken en met een spuitzak eerst randen spuiten en daarna vullen met icing (weer met de spuitzak). Dit laatste vergt iets meer oefening.
Icing zelf kun je maken met de kant-en-klare mix van FunCakes Royal Icing, dan heb je alleen water nodig. Je kunt het ook maken met ei-wit, poedersuiker en azijn. Aan jou de keuze! Je kunt voor witte icing gaan of deze kleuren met (gel) eetbare kleurstof. Een klein beetje kleurstof gaat een heel eind!

Laat de basislaag icing eerst minstens 2 uur drogen voor je verder gaat. Je kunt ook zonder basislaag werken en alleen versieringen spuiten of smeren, dan zie je wat meer van het koekje.

Maak voor de versiering icing aan met een dikkere consistentie en doe het in een spuitzak met spuitmondje. Versier koeken hiermee, bijvoorbeeld door mooie swirls te spuiten of een ruitjespatroon op het dak. Vergeet ook niet om de raampjes en deuren te spuiten en een stukje vrij te houden voor de schoorsteen! Je kunt dit nog verder versieren met snoepjes, suikerparels, chocolade en nog veel meer. Leef je uit!

Laat het geheel minstens een nacht drogen.

 

karamel als verbinding

Werken met karamel vergt dus wat meer finesse. Ga als volgt te werk: doe een kopje suiker in een koekenpan met goede anti-aanbaklaag en zet op een middelmatig vuur. Laat de suiker opwarmen en smelten zonder te roeren. Panduro roert in hun filmpje (zie kopje "uitsnijden en bakken") wel in hun pannetje, maar we raden af dit te doen. Suikerkristallen die aan de lepel blijven kleven kunnen ervoor zorgen dat het geheel gaat kristalliseren en broos gaat worden. Liever rustig draaien met de pan als je de boel een beetje wilt mengen en het vuur lager zetten als je bang bent dat het te snel gaan.

Leg de versierde koeken klaar op een bakpapiertje of herbruikbaar bakvel. Haal de pan van het vuur en zet het op een vuurvaste ondergrond naast je koeken. Nu moet je snel (en heel voorzichtig) werken: doop de zijkanten van twee onderdelen die je wilt verbinden in de karamel en verbind ze in de juiste hoek met elkaar. Laat heel even hard worden en ga daarna snel verder met de volgende onderdelen. Soms zul je maar één zijde kunnen dopen, dat moet ook genoeg zijn voor een goede verbinding. Herhaal voor het hele huisje. Bouw de schoorsteen eerst op en zet hem daarna in z’n geheel vast (dit kan ook met icing).

Je kunt uiteraard nu je huisje nog verder versieren (wel oppassen dat je niets afbreekt), de randjes afwerken met icing en hem eventueel op een leuke ondergrond zetten. Bijvoorbeeld een grote koek of mooie houten plank.

 

Fijne Kerst!