advent kaarsen

wat heb je nodig?

• Witte kaarsen
• Stevig wit A4 papier (en wat gewone blaadjes om op te testen)
• Wit vloeipapier
• Schaar
• Bakpapier
• Föhn of heat tool
• Plakband of schilderstape
• Printer
• Illustraties en cijfers (vanaf internet)

 

aan de slag

Je kunt ervoor kiezen 24 kaarsen te versieren, maar dat hoeft niet. Je kunt bijvoorbeeld ook elke week één kaars aansteken, dan heb je maar 4 kaarsen nodig. Stel dat Kerst dit jaar op zondag valt, dan steek je op elke zondag van december een kaars aan en op kerstdag de laatste. Als je liever 24 kaarsen doet, raden we kleine afbeeldingen op (korte) dinerkaarsen aan.

 

stap 1

Zoek op internet leuke feestelijke afbeeldingen op in een stijl die jouw aanspreekt en maak in een tekstbewerkingbestand een rij cijfers in een lettertype dat erbij past. Eventueel kun je andere lettertypes downloaden van het internet, je hebt veel gratis varianten voor thuisgebruik.

Sleep ook de plaatjes in het bestand en maak ze zo groot als je wilt. Print eventueel op gewoon printerpapier een testje of twee om te kijken of het formaat een beetje past op de kaarsen.

 

stap 2

Knip een velletje vloeipapier tot een formaat dat net iets kleiner is dan een A4 papier en plak het op een stevig A4 vel. Zorg dat je het vloeipapier zo strak mogelijk erop plakt (het scheurt snel, dus voorzichtig). Als er een gladde en een niet-gladde zijde is, zorg dan dat de niet-gladde zijde boven zit.

Test eerst met een gewoon printerpapiertje hoe het papier in de printerlade moet zitten om straks op het vloeipapier te printen, door iets op één kant te tekenen/schrijven en en te onthouden hoe je hem in de lade legt (tekening juist zichtbaar of op de achterkant?). Print dan via het tekstbewerkingsprogramma een lege pagina uit om hem door de printer te halen en kijk welke kant zichtbaar is na het printen. Zo weet je of je printer de pagina omdraait tijdens het printen of niet.

Leg nu het blaadje met het vloeipapier met de juiste oriëntatie in de lade en print je bestand met plaatjes en cijfers uit.

 

stap 3

Haal het vloeipapier voorzichtig van het papier eronder af en knip de afbeelding en cijfers zo strak mogelijk uit.

 

stap 4

Gebruik de föhn om de kaars een héél (héél) klein beetje oppervlakkig te laten smelten en plak je illustraties losjes op hun plek. Dit is puur bedoeld om ze tijdelijk op de plek te houden, niet om ze echt vast te zetten. Wikkel het bakpapiertje er omheen. Aan de achterkant hou je twee stukken bakpapier over, waar je hem stevig vast kunt houden en het papier om de kaars heen strak kunt trekken.

 

stap 5

Gebruik de föhn om, door het bakpapier heen, de buitenste laag kaarsvet te laten smelten (let op als je een heat tool gebruikt: een heat tool is veel heter dan een föhn, dus let op dat je de kaars niet te erg smelt). Je zult door het bakpapier heen kunnen zien welke delen al gesmolten zijn en welke nog niet. De gesmolten was trekt door het vloeipapier heen en zet het stevig en nagenoeg onzichtbaar vast. Als het tussendoor te heet is aan je handen, kun bijvoorbeeld een theedoek om je hand wikkelen. Als je zo de hele afbeelding hebt bewerkt, kun je de was af laten koelen en het bakpapier weghalen. De eerste kaars is klaar! Herhaal voor de volgende kaarsen en geniet van het mooie resultaat.